|
|
Koninklijke Ondernemingen & Hofleveranciers in Nederland
Een vorstelijke onderscheiding.
Na een voorbereiding van enkele jaren opende de heer J.A.A. Hoogeveen op 15 juni 1895 de Groothandel in IJzerwaren, Gereedschappen enz., Stoom-, Gas- en Waterleidingartikelen en Huishoudelijke benodigdheden aan de Veenkade in Den Haag. Met de heer J.A. Franses, die tot 1914 fungeerde als stille vennoot, gaf hij energiek leiding aan een handelszaak die tot op heden op haar gebied een toonaangevende plaats in Den Haag en omgeving inneemt.
Reeds kort nadat drie panden waren betrokken ontbrak het aan voldoende ruimte. De handelswaar werd omvangrijker en de voorraden groeiden.
Op advies van de architect W.B. van Liefland, die vanaf 1880 zeer succesvol in de Haagse regio opereerde, werd besloten op de plaats van het middelste pand een geheel nieuw pakhuis op te trekken.
De heer Van Liefland, die onder meer tekende voor de ontwerpen van het voormalige Palacehotel, de oude Pier en het Circusgebouw uit vroeger jaren, ontwierp het Hoogeveen-pakhuis naar de Weense interpretatie van de Art Nouveau-stijl. In 1901 vond de eerste steenlegging plaats. Dit bijzondere bouwwerk staat sinds 1992 onder toezicht van de Rijksdienst voor Monumentenzorg.
Ondanks Wereldoorlog І en moeilijke crisisjaren groeit het bedrijf sterk. Met de inbreng van circa vijfentwintig medewerkers wordt gestalte gegeven aan een firma die in de wijde omtrek de bedrijfsmatige koper een veelheid aan technische producten biedt.
In de loop van de jaren mocht
J. Hoogeveen & Co. zich alleen-importeur noemen van Robin-hood verwarmingsketels, Electric rubber slangen, Jubilee wormschroefslangklemmen, Jaehne dieselmotoren en Fairbanks-morse Z motoren. Met daarnaast de talrijke agentschappen, als bijvoorbeeld Dikkers appendages en Lips sloten, en nog diverse vertegenwoordigingen kon worden gesproken van een omvangrijk goederenaanbod op nationaal en internationaal niveau.
Ook Den Haag groeide. De industrie, hoofdzakelijk in het centrum gevestigd, breidde zich uit naar de buitenwijken. Door de overname van een gevestigde winkel in ijzerwaren aan de Rijswijkseweg kon Hoogeveen in 1930 ook klanten in die omgeving dichter bij de leverancier brengen. Het Filiaal was ontstaan. Een vestiging, met een aanvullende functie op de service, zoals door het Hoofdkantoor werd voorgestaan.
De Tweede Wereldoorlog geeft een wending aan de gang van zaken. Contacten met de buitenlandse industrie worden verbroken. Landelijke leveranciers, ook afhankelijk van de steeds schaarser wordende grondstoffen, moeten het noodgedwongen laten afweten.
J. Hoogeveen & Co. deelt mee in de malaise. Door het terugvallen van de omzet moet het personeelsbestand worden ingekrompen.
In 1943 overleed Jacques Hoogeveen. Zijn zoons, de heren P.J.A.M. Hoogeveen (mijnheer Piet) en C.B.M.A. Hoogeveen (meneer Kees) namen het roer over en wisten het bedrijf vrijwel onbeschadigd door de laatste oorlogsjaren heen te loodsen.
Dan staat de wederopbouw van een deels verwoest Nederland voor de deur. De heer Piet Hoogeveen geeft leiding aan de verkoop in de bouwafdeling. Zelf onderhoudt hij de contacten met architecten die zich vooral met de betere projecten bemoeien, zoals het Hoofdkantoor van Shell, het Provinciehuis, de uitbreiding van het Ziekenhuis Bloemendaal, e.a.
Dit resulteerde in het verkrijgen van belangrijke orders op hoogwaardig bouwbeslag en hang- en sluitwerk.
De belangstelling van de heer Kees Hoogeveen ging volledig uit naar een andere sector in het bedrijf: de motoren, waar een zeer brede markt voor was. In deze periode werden de alleenimporteurschappen verworven van de J.A.P. luchtgekoelde benzinemotoren en Ospraymo en Dobbins Sproeiwerktuigen.
De zaken gaan goed, de tijd zit mee. Het bedrijf haakt in op nieuwe technologische ontwikkelingen. Veelal wordt het voortouw genomen om toenmalige revolutionaire veranderingen op velerlei gebied te introduceren. De toepassing van propaangas als energiebron voor o.a. loodgietersgereedschappen en de entree van een breed assortiment elektrisch gereedschap zijn hier voorbeelden van.
De naam van de firma werd in wijde omtrek verbonden met degelijkheid, kennis van zaken en kwaliteit van de verhandelde goederen. Slogans als ‘Hoogeveen & Co. en kwaliteit zijn synoniem’ en ‘Prijs vergeet men, kwaliteit nooit!’ werden door velen niet als een loze kreet ervaren.
De vakbekwaamheid van de medewerkers, dikwijls personeelsleden met een groot aantal dienstjaren, zelfs tot 65 jaar toe, schiep bij relaties een bijzonder vertrouwen.
Het door het bedrijf uitgegeven huisorgaan ‘Het Aambeeld’, waarin maandelijks veel welkome wetenswaardigheden van technische aard werden vermeld, sloot hierbij volledig aan.
Door de politiek van de Haagse Gemeenteraad wordt na circa 1955 de industriële klantenkring stelselmatig naar elders verjaagd. De verkoop van artikelen uit het bestaande assortiment word nadelig beïnvloed door de opkomst van nieuwe toepassingen op velerlei gebied. J. Hoogeveen & Co. verlegt de bakens en richt zich dan ook meer en meer op de installatiewereld.
Het Filiaal ondergaat inmiddels een metamorfose; de vestiging wordt omgebouwd in een zaak die de professionele koper de gelegenheid geeft zijn benodigdheden zelf snel te kiezen en wel tegen normaal geldende condities. Even na de voltooiing, in 1968, overlijdt de heer Piet Hoogeveen. De heer Kees Hoogeveen zet dan alleen het bedrijf voort, maar ook zijn gezondheid laat te wensen over. Een jaar voor zijn overlijden, in 1974, treedt zijn zoon de heer C.J.M. Hoogeveen in de directie van de firma. Met een eigen ervaring uit werkzaamheden in aanverwante branches brengt hij in korte tijd veel veranderingen aan. Het familiebedrijf, dat eind 1971 een Besloten Vennootschap werd en als ‘ J. Hoogeveen & Co. B.V.’ de annalen inging, vernieuwde de omschrijving van de doelstelling: ‘Optreden als Groothandel in Appendages, Fittings, en Pijpen voor Gas-, Water-, Stoom-, Afvoer-, Centrale Verwarmings-, en Sanitaire Installaties, Gereedschappen en Bevestigingsmaterialen’.
Den Haag ondergaat een serie stadsvernieuwingen en in 1987 moeten de Hoogeveen-panden aan de Rijkswijkseweg het veld ruimen. De sloop betekent een verhuizing van het Filiaal naar een andere locatie. Gekozen wordt voor Zoetermeer, een sterk groeiende gemeente, die met haar industriegebieden voldoende ruimte biedt aan talrijke bedrijven.
Er breekt een tijd van enorme concurrentie aan. Veel groothandelaren gaan tot de bodem bij het aanbieden van producten waardoor zelfs grote namen het laten afweten en noodgedwongen van het toneel moeten verdwijnen. Zij die geen concessies doen, vinden een antwoord in het uiterst scherp inkopen, waardoor toch een marge gehandhaafd blijft. Hoogeveen sluit zich per 1 januari 1997 aan bij de ‘SAWEG’ (SAmenWErkendeGrossiers), een groep groothandelaren die zich gezamenlijk inzetten om bij de fabrikanten zo gunstig mogelijke condities te behalen.
Inmiddels nadert het 100-jarig bestaan van de zaak. Intern worden voorbereidingen getroffen om er in 1995 een waardig feest van te maken. Ook hare Majesteit de Koningin wordt in kennis gesteld van de komende gebeurtenissen. Veel van vroeger wordt naar voren gehaald om te kunnen aanschouwen wat er zich in een eeuw zoal kon afspelen. Bij elkaar was het voldoende om een eigen museum te kunnen inrichten in het historische pand aan de Veenkade te Den Haag. Ook op deze unieke plaats werd op de 15e juni ’95 mevrouw
ir. J.M. Leemhuis- Stout, Commissaris der Koningin in de Provincie Zuid-Holland, ontvangen, die namens Hare Koninklijke Hoogheid Koningin Beatrix de oorkonde aan de heer ing. C.J.M. Hoogeveen overhandigde, behorend bij het recht tot het voeren van het Koninklijk wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’.
Een hoge onderscheiding, die tevens waardering uitspreekt voor allen die zich in de afgelopen honderd jaar intensief voor het bedrijf hebben ingezet. Voor twee medewerkers werd dit nog eens extra tot uitdrukking gebracht bij de uitreiking van een ridderorde.
In het kader van de jubileumviering werd in het Haags Historisch Museum een speciale tentoonstelling ingericht. Daarnaast zag het boekje ‘Bedrijvigheid aan Haagse grachten’ het levenslicht, waarin de geschiedenis van J. Hoogeveen & Co. op treffende wijze werd weergegeven.
Terugkijkend op een wel heel gedenkwaardig jaar zijn eind 1995 de personeelsleden met hun gezinnen voor een, door de Directie aangeboden, vakantie naar Thailand afgereisd. Het gezamenlijk vieren van Kerst en Nieuwjaar aldaar was een unieke belevenis ter afsluiting van een markant eeuwfeest.
Bron : Koninklijke Ondernemingen & Hofleveranciers in Nederland
Uitgever : Uitgeverij Magenta Fluwijn
Jaar : 1997
|
|
|
|